2 poi 4 0.43052

Naar de route

ROUTE

In de vijftiende eeuw groeide het dorp Den Haag geleidelijk uit tot een heus stadje. Er vestigden zich steeds meer handelaren rondom het hof van de graaf en ook de nijverheid kwam aarzelend tot bloei. Aan de rand van dat stadje stichtten de dominicanen omstreeks 1400 een klooster. Vanaf de Plaats en de Kneuterdijk, waar al aan het eind van de 13e eeuw herenhuizen en stadskastelen waren gebouwd, verspreidde de bebouwing zich steeds meer in noordelijke richting. Het huidige Lange Voorhout was toen nog een begroeid duingebied, de uitloper van het Haagse Bos.
Omstreeks 1560, toen het nog een landelijk karakter had, woonden er enkele boeren en tamelijk veel ambachtslui aan het Lange Voorhout. Daartussen woonden al enkele notabelen. De graven koesterden het groene karakter van het Voorhout en troffen maatregelen om het tegen ongewenste ontwikkelingen te beschermen. Daar was het voor de deftige heren en dames dus goed toeven. Een eeuw later was het vooral de woonplek voor voorname politici, hoge ambtenaren en diplomaten. Dat zou het sindsdien blijven. In de negentiende eeuw woonde vrijwel de hele Koninklijke familie op en om het Voorhout.
Het Lange Voorhout was en is een plek van vertier, die door dichter Constantijn Huygens - die ook steun en toeverlaat was van de stadhouder - al in de zeventiende eeuw is bezongen. Het chique Voorhout was en is de plek van de jaarlijkse kermis. Hier mocht en mag het ‘gewone’ volk de stadhouder, de koning en de koningin komen toejuichen. Naar het Voorhout ging men om te zien en om gezien te worden.

Hier komt u meer te weten over de pracht en praal van de huizen; u ziet de mooiste interieurs. Hier woonden de rijkste Nederlanders. Wie waren waren dat? Waar woonden zij? Wat deden zij zoal om zich te vermaken?

Op en om het Lange Voorhout is een onderdeel van de tours “Vorstelijk en adellijk leven, buitenplaatsen in en om groen Den Haag”, waarin vele andere buitenplaatsen en hun bewoners worden belicht en van de tour “Koninklijk Den Haag”.