Watersnoodramp
De watersnoodramp van 1953 op Goeree-Overflakkee. Goeree-Overflakkee behoort tot de zwaarst getroffen gebieden van de watersnoodramp van 1 februari 1953. Op het eiland overleden 490 mensen. Het overgrote deel van het polderland overstroomde. Vier routes vertellen van de watersnood. Ze voeren langs plekken waar de dijken braken en langs plekken die aan de verschrikkelijke stormvloed herinneren.
Hoor en lees de verhalen van ooggetuigen. In woord en beeld kom je te weten wat er zich in 1953 afspeelde, hoe het eiland er weer bovenop kwam en hoe veilig het nu dankzij de Deltawerken is geworden. De hoofdroute loopt van de Brouwersdam naar de Volkerakdam. In de zwaar getroffen dorpen Oude Tonge, Nieuwe Tonge en Stellendam zijn dorpsroutes uitgezet.
De watersnoodramp van 1953 op Goeree-Overflakkee
WatersnoodrampOude Tonge: het zwaarst getroffen dorp van de watersnoodramp
WatersnoodrampBattenoord
WatersnoodrampKoninklijk Den Haag
Op 30 november 1813 landde prins Willem Frederik in Scheveningen na een ballingschap van 18 jaar. Ruim een jaar later riep hij zichzelf tot koning van de Nederlanden uit. Sindsdien is Nederland een koninkrijk.
In Scheveningen bevindt zich de gedenknaald die aan deze gebeurtenis herinnert. In hofstad Den Haag – de residentie – zijn nog veel meer ‘koninklijke’ plekken te vinden.
Twee routes voeren u naar koninklijke paleizen, beelden, monumenten en gebeurtenissen. De plekken vertellen het verhaal van ruim tweehonderd jaar koninkrijk.
Je kunt gluren in die indrukwekkende paleizen en ontdekken wat er aan pracht en praal is te zien. Wat voor man was ‘koning-koopman’ Willem I? Hoe regeerde hij?
Lees en bekijk de heldhaftige avonturen van koning Willem II onder meer op de schitterende schilderijen uit de collectie van het Rijksmuseum. Hoe leefde Anna Paulowna, de dochter van de Russische tsaar? Welke bouwactiviteiten vonden plaats in Den Haag om de prinses en koningin op haar gemak te stellen? Waar zijn de Koninklijke Stallen te vinden met de Gouden Koets?
Wie waren de hoffotografen en waar woonden zij? Bekijk op video de triomfantelijke terugkeer in Den Haag van koning Wilhelmina na afloop van de Tweede Wereldoorlog.
Tal van koninklijke sporen zijn in Den Haag terug te vinden. In tekst en beeld komen die sporen tot leven.
De koningenroute loopt van west naar oost, van plek 1 tot met 16. Deze voert voornamelijk langs plekken van de koningen uit de 19de eeuw. De koninginnenroute loopt van zuid naar noord. Deze voert voornamelijk langs plekken van de koninginnen.
Maar u kunt natuurlijk ook uw eigen route samenstellen of thuis via smartphone of tablet bekijken.
In het centrum van Den Haag kunnen de plekken wandelend of op de fiets worden bezocht.
De plekken buiten het centrum zijn te bezoeken op de fiets of met het openbaar vervoer (Koningenroute: tram 1), Koninginnenroute (tramlijn 2, buiten 24 en bus 23).
Koninklijk Den Haag, Koningenroute
KoninkrijkKoninklijk Den Haag, Koninginnenroute
KoninkrijkBuitenplaatsen
Wie bewoonden de prachtige panden aan het Haagse Voorhout? Wat speelde zich af achter die fraaie gevels en op de lommerrijke buitenplaatsen in en om Den Haag? Den Haag: hofstad. Een stad van graven en gravinnen, van vorsten en vorstinnen. Sinds de 17e eeuw was het Voorhout de trefplaats van de Haagse ‘beau monde’, van de allerrijkste en machtigste inwoners van het land. Van adellijke personen, schatrijk en met veel grondbezit. Van voorname bestuurders en politici. Op het Voorhout kon je flaneren, feesten, zaken doen, roddelen en afspraakjes maken. Maar in de zomer verlieten de bewoners de stinkende, ongezonde en drukke stad. Ze trokken allemaal naar hun buitens rondom Den Haag, soms wat verder. De hele huisraad verhuisde dan mee, zelfs de schilderijen.
Het buiten kon een middeleeuws kasteel zijn zoals Duivenvoorde, een omgebouwde hofstede of grote boerderij, een nieuw gebouwd paleis of nieuw landhuis. Gebouwen met een weelderig interieur, trotse gevels en imposante tuinen, van alle gemakken van die tijd voorzien. Plekken ook met een verhaal, waar zich bijzondere en merkwaardige gebeurtenissen afspeelden. Plekken waardoor Den Haag en omgeving zo groen zijn. Want wat voor Amsterdam de grachten zijn, dat zijn de parken en buitens voor Den Haag. Deze route brengt je van de Haagse Vijverberg en het Voorhout langs ruim veertig nog bestaande en soms verdwenen buitenplaatsen in Den Haag, Wassenaar, Voorschoten, Leidschendam, Voorburg en Rijswijk.
Vorstelijk en adellijk leven. De landgoederen van Wassenaar.
BuitenplaatsenVorstelijk en adellijk leven. Buitenplaatsen van Voorschoten.
Buitenplaatsen, Rijk en armVorstelijk en adellijk leven. Buitens aan de Vliet.
Buitenplaatsen, Rijk en armVorstelijk en adellijk leven. Op en rond het Voorhout.
BuitenplaatsenDeltawerken
Naar het laagste punt van Nederland. Op 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door de watersnoodramp. Op tal van plaatsen braken de dijken door, een groot deel van zuidwestelijk Nederland overstroomde. Er verdronken 1836 mensen en nog veel meer koeien, paarden en ander vee. De schade was enorm. Tienduizenden mensen waren maandenlang uit hun huis verdreven. Nog geen jaar later werd begonnen aan de Deltawerken, een groot project om Nederland voorgoed te beschermen tegen de zee. Het eerste Deltawerk verrees niet in Zeeland, waar veruit de meeste slachtoffers vielen, maar aan de Hollandse IJssel waar zoveel slachtoffers hadden kunnen vallen. Duizenden Hollanders ontsnapten aan een ramp. Want het scheelde niet veel of ook dit land was in 1953 overstroomd.
Met man en macht wist men grote dijkdoorbraken te voorkomen. Juist hier ligt het land ver onder zeeniveau. En nog steeds daalt de bodem. Grendel van Holland. Zo werd de stormvloedkering in de Hollandse IJssel destijds genoemd. Omdat hij het hart van Holland bescherming moet bieden tegen de zee. De route verloopt van dat machtige bolwerk tot de plek waar de invloed van eb en vloed, van de getijdenbeweging, nog steeds merkbaar is. Zij loopt langs HET LAAGSTE PUNT VAN NEDERLAND over een echte ZEEDIJK, langs turf- en veenstad Gouda – de hoofdstad van het Groene Hart – tot aan het bezoekerscentrum gemaal de Hooge Boezem achter Haastrecht. Het bezoekerscentrum vertelt het verhaal van het polderland en de bedreigingen van het water in dit gebied.
De Deltaroute: stormvloedkering Hollandse IJssel
DeltawerkenVerkeer en vervoer
‘Hoezee, hoezee, de tram rijdt op Flakkee! Kijk, kijk, daar komt ze aan! Ze blijft hier even staan! Stap in, stap in en rij maar mee!’ Zo klonk het lied dat een groep schoolkinderen zong bij de feestelijke opening van de tramlijnen op Goeree-Overflakkee. Tegenwoordig lijkt de tram volledig verdwenen op het eiland; er liggen geen rails en bielzen meer, stations en watertorens zijn afgebroken. Maar wie goed kijkt, ziet de sporen die de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) achterliet. Aan de hand van foto’s en verhalen wordt de geschiedenis van de tram op het eiland weer tot leven gebracht.
Geschiedenis RTM
De geschiedenis van de tram op Goeree-Overflakkee begint dertig jaar voor de allereerste rit op het eiland, in hartje Rotterdam. In 1878 werd daar de RTM opgericht, die in korte tijd vier paardentramlijnen aanlegde. De maatschappij was ondernemend en keek al snel over de stadsgrenzen. Ten zuiden van Rotterdam lagen vruchtbare landbouwgronden, maar de vervoersmogelijkheden waren gebrekkig. De RTM speelde hierop in door een net van stoomtramlijnen aan te leggen. Daarnaast werden veerdiensten ingezet om de lijnen op elkaar aan te laten sluiten.
Op 30 april 1909 werden de twee tramlijnen op Goeree-Overflakkee geopend. De ene lijn liep van Middelharnis naar Ouddorp, de andere van Middelharnis naar Ooltgensplaat. Het werd gemakkelijker om van het ene dorp naar het andere dorp te reizen en het eiland raakte beter verbonden met de rest van Nederland. Jaarlijks maakten 150.000 reizigers gebruik van de tram en – nog belangrijker – het goederenvervoer nam een grote vlucht.
Kort na de voltooiing van het tramnet zorgde de opkomst van particuliere busmaatschappijen voor een teruggang van het aantal passagiers. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een tijdelijke opleving van het tramvervoer, maar de watersnoodramp van 1953 sloeg letterlijk en figuurlijk de bodem onder het spoor weg. In 1956 stopte de RTM met personenvervoer per tram op Goeree-Overflakkee. Enkele maanden later werd ook gestopt met goederenvervoer, waarna de tramlijn werd opgebroken.